Hoe de VVD van Mark Rutte het Woningwaarderingsstelsel vernielt.
Geschreven op 4 jan. 2022
Het
Woningwaarderingsstelsel (WWS), ook wel bekend als puntenstelsel, is het
fundament onder de huurprijsbescherming en verdient met hand en tand verdedigd
te worden tegen de gestage aanvallen erop door de VVD van Mark Rutte.
Het WWS is
vergelijkbaar met een elektronische weegschaal: vrijwel niemand kan er een
bouwen, vrijwel iedereen kan ermee werken. Het garandeert redelijke huurprijzen
en bij schaarste kan het helpen om woekerprijzen te voorkomen.
In oorsprong
kent het WWS punten toe aan objectief telbare of meetbare kwaliteiten van de
woning: vierkante meters woonoppervlak, aantal radiatoren, badkuip of douche,
balkon of tuin, etcetera. Bij elk puntentotaal hoort een maximaal redelijke
huurprijs. De Huurcommissie is in 1979 tegelijk met het puntenstelsel in het
leven geroepen om zonodig af te kunnen dwingen dat verhuurders niet meer dan een
redelijke huurprijs vragen.
Ere wie ere
toekomt; de politieke partij die het best beseft hoe essentieel het WWS is, is
de VVD van Mark Rutte. Daarom bevatten alle VVD-verkiezingsprogramma’s sinds 2010
doelgerichte voorstellen om de Huurcommissie uit te schakelen en de huurprijsbescherming
af te schaffen of – als dat niet direct haalbaar is – om het puntenstelsel te ondermijnen
of te vervangen door een systeem dat geen werkelijke bescherming biedt.
Het bevriezen
of omlaagbrengen van de liberalisatiegrens is een probaat middel daartoe. De
liberalisatiegrens is eind vorige eeuw onbezonnen ingevoerd toen er nog sprake
was van een tamelijk ontspannen grote sociale huursector voor lage én
middeninkomens.
De
liberalisatiegrens is een geldbedrag. Huurprijsbescherming geldt (desnoods
afdwingbaar via de Huurcommissie) voor elke woning die op grond van zijn
puntentotaal een maximaal redelijke huurprijs heeft, die ónder de
liberalisatiegrens ligt. Voor woningen met een maximaal redelijke huurprijs
boven de liberalisatiegrens geldt dat de verhuurder zich er nog steeds aan mag
houden maar het hóeft niet. Huurder en verhuurder mogen dan in vrijheid over de
aanvangshuur onderhandelen. Dat is vandaag de dag natuurlijk een illusie en
verklaart waarom in de huidige gespannen woningmarkt de aanvangshuren in de
vrije huursector door het dak gaan.
Voorstellen
van de VVD om de liberalisatiegrens te bevriezen of te verlagen, zijn in feite
voorstellen om minder woningen onder het regime van huurprijsbescherming te
laten vallen. Hoe lager de liberalisatiegrens des te groter de vrije
huursector.
Genialer nog
is het voorstel van Blok ten tijde van Rutte II geweest om de WOZ-punten te
introduceren in het WWS. Aan een woning kun je niet zien wat de WOZ-waarde
ervan is. Het is geen objectief telbare of meetbare kwaliteit maar een uiterst
subjectieve waarde die wordt bepaald door wat een malloot of desperado voor een
woning overheeft op de markt van koopwoningen.
Dankzij de
stijging van de koopprijzen sinds 2014 zijn de WOZ-punten zozeer toegenomen dat
in grote delen van het land de maximaal redelijke huurprijs boven de
liberalisatiegrens is komen te liggen. Zelfs als de WOZ-punten nog maar 33
procent van het puntentotaal mogen uitmaken, zal dat nog steeds het geval zijn.
Herstel van
het WWS is niet de enige remedie tegen de huidige wooncrisis maar is wel noodzakelijk
voor behoud van betaalbare huurprijzen en terugschroeven van woekerhuren. Rutte
IV lijkt het niet van plan te zijn getuige het voornemen om het
woningwaarderingsstelsel te vereenvoudigen. Klinkt sympathiek maar let op, in het
regeerakkoord 2012 werd onder vereenvoudiging een systeem verstaan met als
grondslag 4,5 procent van de WOZ-waarde. “Daarmee komt een eind aan het
ingewikkelde puntensyteem.” werd er toen voor alle duidelijkheid nog aan
toegevoegd. Als dat nu gebeurt dan is het de VVD eindelijk gelukt om het fundament
onder de huurprijsbescherming tot de grond toe af te breken. Dan is de subjectieve
gekkenwaarde op de markt van koopwoningen de enig overgebleven maatstaf.