Actieve wijkbewoners
Geschreven op 11 aug. 2014
De echte bestuurlijke continuïteit zit bij burgers; de echte vluchtigheid bij een bestuur dat komt en gaat en geen geschiedenis verstaat. Een klein overzicht.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was er de stadsvernieuwing: het slopen en vernieuwen van hele stadsdelen waarbij bestuurders zich weinig gelegen lieten liggen aan de burgers die ervoor moesten verkassen. In reactie op het maatschappelijk verzet tegen deze botte aanpak kwam Ien Dales in de jaren negentig met de sociale vernieuwing als methode om juist mét burgers en met welzijns- en zorginstellingen te werken aan de leefbaarheid van de woonomgeving. En in het eerste decennium van deze eeuw culmineerde dat in de stedelijke vernieuwing, die een integrale aanpak van sociale en fysieke maatregelen behelsde en de bewoners nog meer op de voorgrond plaatste. De eerste drie Goudse wijkteams in Gouda-Oost, Kort Haarlem en Korte Akkeren waren het produkt van de sociale vernieuwing. Gouda-Oost en Korte Akkeren gingen later door naar de ronde van de stedelijke vernieuwing (met extra veel budget) maar intussen had de actieve wijkaanpak zoveel dynamiek ontwikkeld dat er in de raadsperiode 1998-2002 besloten werd om in alle wijken een wijkteam mogelijk te maken.
In latere raadsperiode is de actieve wijkaanpak verder uitgebouwd. Er kwamen naast de gemeente en het welzijnswerk ook andere partners, vooral de corporaties en de politie hebben inmiddels een gewaardeerde inbreng. Wijkteams kregen adviesrecht en een klein eigen budget voor huishoudelijke aangelegenheden en buurtinitiatieven. De afstemming van de wijkplannen met de gemeentelijke begrotingscyclus werd in vaste vorm gegoten. En zo nodig werd er ook gas teruggenomen: in de bezuinigingsoperatie van de raadsperiode 2010-2014 is van de wijkteams een forse bijdrage gevraagd. Wie denkt dat dit allemaal van een leien dakje ging, vergist zich. Er is in alle raadsperiodes ontzettend veel energie in gaan zitten van de kant van wijkbewoners vooral ook omdat ze telkens weer geconfronteerd werden met een nieuwe wethouder die zonder al te veel voorkennis toch beter meende te weten wat goed was voor de wijkteams en de wijken dan de actieve wijkbewoners met hun langjarige praktijkervaring. Alles bij elkaar staat de actieve wijkaanpak in Gouda nu als een huis. En zoals dat wel vaker gebeurt bij zaken die goed gaan: op enig moment verwarren onbenullen dan vanzelfsprekendheid met overbodigheid. Ze kunnen de gevolgen van een kaalslag niet overzien omdat ze niet (meer) weten hoe het vroeger was, voordat de actieve wijkaanpak voet aan de grond kreeg. Hoeveel frustratie er toen was bij de burgers, die graag een steentje wilden bijdragen aan de leefbaarheid en die daarbij voor vol aangezien wilden worden.
Het moment om de wijkteams op te blazen door de subsidie per 1 januari 2015 stop te zettten, had niet ongelukkiger gekozen kunnen worden omdat op die datum de participatiesamenleving officieel van start gaat met de uitvoering van de nieuwe Wet op de maatschappelijke ondersteuning. Als er dan toch weer een raadsperiode aan de actieve wijkaanpak gesleuteld moest worden dan had het juist veel meer voor de hand gelegen om aan te sluiten bij de landelijke trend om buurten méér inbreng te geven in de besteding van de diverse sociale en fysieke budgetten: geen bezuiniging of uitbreiding maar overheveling. Meer zeggenschap van burgers over de gemeentelijke wijkuitgaven.
Misschien dat dit een uitweg kan zijn nu het college vasthoudt aan de voorgenomen stopzetting van de subsidie en de wijkteams dat niet pikken. Heel misschien want de vraag blijft of actieve burgers bereid zijn om zelf een wijkkrant te financieren of andere huis-, tuin- en keukenuitgaven voor de actieve wijkaanpak te doen. De wijkteamleden zetten zich gratis en voor niks in voor de leefbaarheid in brede zin. Maar doen zij dat ook nog vrijwillig als het hen geld gaat kósten?