Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Geschreven op 22 dec. 2016
Toen ik in 2010 voldoende voorkeurstemmen haalde om terug te keren in de Goudse raad, vroeg de lokale PvdA lijsttrekker of ik van plan was om aan zetelroof te doen. Nou,dat was ik helemaal niet van plan. Integendeel: in de loop der jaren was ik al zoveel obstakels tegengekomen bij de PvdA-Gouda en ik had daarom al zó veelvuldig en zó grondig stilgestaan bij mijn motivatie om door te gaan voor de PvdA, dat geen enkele partijgenoot me nog van de wijs kon brengen. En dat geldt tot op de dag van vandaag.
De afgelopen regeerperiode ben ik als voorzitter van de Werkgroep Huurders van de PvdA veel partijgenoten tegengekomen, die net als ik ontzettend boos waren over het volkshuisvestingsbeleid. Menigeen trok het uiteindelijk niet meer en zei het lidmaatschap op. Het is nog geen seconde bij me opgekomen om hun voorbeeld te volgen. Ik vind namelijk dat ik net zo goed bepaal wat voor partij de PvdA is als Diederik Samsom of Lodewijk Asscher. Ik geef gewoon niet op.
Kiezers zien dat en beloven om die reden opnieuw aan mij hun stem. Ik ben er helder over dat ik de PvdA met me meedraag en sommige kiezers bekennen openhartig dat ze dat op de koop toenemen.
Ik ontleen kracht aan mijn positie aan de onderkant. Dat is een zin met twee betekenissen. Ik heb in 2010 op de goed verstopte plek 14 ervaren hoe het is om een voorkeursactie te voeren. Rechtstreeks aan de mensen vragen om hun vertrouwen: er is niks wat me meer vleugels geeft. En als het vervolgens lukt, schieten woorden tekort om uit te leggen hoe eervol het is om op die manier gekozen te worden tot volksvertegenwoordiger. Zelfs een lijsttrekker kan dat gevoel niet ten volle ervaren want zowel de bovenste mannelijke als de bovenste vrouwelijke kandidaat weten dat de meeste kiezers uit gemakzucht een hokje bovenaan rood kleuren. Dat zegt minder over hen persoonlijk dan bij kandidaat nummer 14 of kandidaat nummer 60, de plek die ik nu inneem op de concept-lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017. (Pas op het congres van 14 en 15 januari 2017 wordt de definitieve plek bepaald.)
De tweede betekenis van mijn positie aan de onderkant houdt verband met mijn keuze om binnen de PvdA op te komen voor huurders. Huurders hebben andere belangen dan wethouders volkshuisvesting en dan verhuurders. Lange tijd is binnen de PvdA vooral geluisterd naar die twee soorten van betweters en dat heeft niet altijd even gunstig uitgepakt voor huurders.
Sinds 2012 zet ik daar een helder geluid tegenover. Zo bepleitte ik op een partijbijeenkomst om statushouders niet meer met voorrang te huisvesten. Dat vind ik niet te verkopen aan Nederlanders die al lange tijd op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning. “Maar Anita,” viel een wethouder tegen me uit, “wij zijn toch een partij van solidariteit, van internationale solidariteit.” Zo’n uit het lood geslagen solidariteit met mensen van ver bevestigt in mijn ogen alleen maar de noodzaak van het tegengeluid.
Ook mijn plek op de concept-lijst bevestigt dat. Toen Blok het Woonakkoord erdoor kreeg met zijn vermaledijde combinatie van verhuurdersheffing en inkomensafhankelijke huurverhogingen, hebben actieve huurders tevergeefs gewaarschuwd voor de desastreuze gevolgen maar tandenknarsend moesten we toezien, dat politici en media het pas gingen geloven toen het huren daadwerkelijk onbetaalbaar werd.
Hetzelfde dreigt opnieuw te gebeuren met de Wet doorstroming die een vergaande flexibilisering van het huren in gang heeft gezet. Voor velen geldt naast baanonzekerheid voortaan ook woononzekerheid. Maar onderdak is een primaire levensbehoefte. Sinds het regeerakkoord bekend werd, heb ik vaak gedacht: de kruik gaat net zo lang te water tot-ie barst. Nu is het zover. Er dreigt een electorale volksopstand en de elite is in paniek. Je gaat het pas zien als je het doorhebt. De partijbonzen, die mij op plek 60 zetten, vertoeven in andere kringen dan ik. Ze zien nog onvoldoende de noodtoestand van huurders en woningzoekenden. Ze hebben nog niet door welke schade Blok veroorzaakt.
En dus ga ik proberen om dankzij de kiezer in de Tweede Kamer te komen. In de wetenschap en met de ervaring dat je door de kiezer beloond wordt zodra je als sociaal-democraat doet wat er van je verwacht wordt. Zodra je laat zien dat het menens is.
En of het nu lukt of niet; ik kan niet beter opkomen voor huurders dan door zo te doen.