Blind date met raadslid
Socialisme & Democratie, nr. 1/2 2010
Volgens de Kieswet kiezen Nederlanders geen partijen maar personen. Dat zou je niet zeggen als je kijkt naar de steriele werkwijze die binnen onze partij wordt gehanteerd bij het opstellen van de kandidatenlijsten. Aspirant-raadsleden hebben daardoor nauwelijks mogelijkheden om aan de lokale partijgenoten uit te leggen waarom juist zij geschikt zijn voor het raadswerk. De democratische positie van kandidaten wordt ondermijnd ten gunste van de macht van afdelingsbesturen, zo weet ik uit ervaring.
Na twee volle raadsperioden in de gemeenteraad van Gouda gezeten te hebben, heb ik mij ook in 2010 kandidaat gesteld voor een derde, en laatste, termijn. Mijn motivatie: alle overige raadsleden met ruime ervaring stappen op en ik ben graag bereid om nog één keer als raadslid de schouders eronder te zetten nu we een periode van politiek en economisch zwaar weer tegemoet gaan. Op de concept-kandidatenlijst belandde ik op een onverkiesbare plek 14. Het argument: de noodzaak tot vernieuwing. Twee volle periodes in de gemeenteraad was het maximum, zo stond in het fractieprofiel. Zuiverder zou het geweest zijn om mij op de lijst van niet-geplaatste kandidaten te zetten, maar ik neem aan dat het de bedoeling was om wel de stemmen van mijn persoonlijke kiezers te oogsten en niet mijzelf.
In een open brief op mijn website heb ik de leden van de PvdA-Gouda gevraagd om mij naar een verkiesbare plek te verhuizen. Ik had graag een adreslijst van de leden ontvangen om mijn open brief rechtstreeks naar hen te kunnen sturen of, desnoods, de brief laten versturen door het afdelingsbestuur. Het afdelingsbestuur wees dat echter van de hand en werd daarin geschraagd door het partijbureau: het zou in strijd zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens.
Verenigingen mógen echter beslissen om adreslijsten te verstrekken of post door te geleiden. In het algemeen is daarbij het devies om vast te stellen of de verstrekking verenigbaar is met het doel van het verzamelen ervan. Het opstellen van kandidatenlijsten ís een statutair middel waarmee de PvdA haar statutaire doel - de vestiging van een sociaal-democratische maatschappij - wil verwezenlijken. Het faciliteren van "campagnepost" door kandidaten zou op grond van het criterium van verenigbaarheid juist geen enkel punt van discussie moeten opleveren. Sterker: de Partij van de Arbeid zou zelfs kunnen besluiten om persoonlijke campagneteksten volledig openbaar te maken, zodat externe belangstellenden kunnen meebeleven met welke motivatie kandidaten zich aandienen en op grond van welke argumenten de definitieve lijst tot stand komt.
De hoofdredactionele lof in het NRC Handelsblad van 12 december 2009 over de openbaarheid waarmee in Amsterdam Nieuw-West en in Rotterdam de lijst is vastgesteld, is in elk geval onverdiend: bij ontstentenis van interne faciliteiten kunnen aspirant-kandidaten hun lokale partijgenoten slechts benaderen via de pers en overige communicatiemiddelen buiten de partij om. Door sommige partijgenoten is mij aangerekend dat ik dat dan ook maar heb gedaan. Op de definitieve lijst sta ik eveneens op 14.
In Gouda wordt over het algemeen het verkiezingsprogramma belangrijker gevonden dan de kandidatenlijst en mag alleen de lijsttrekker zich persoonlijk profileren. Een uitzondering werd in 2006 gemaakt voor Mohammed Mohandis - de eerste Goudse kandidaat van Marokkaanse afkomst. Hoewel geen lijsttrekker kreeg hij expliciet de vrijheid om voor zichzelf campagne te voeren. Na de verkiezingen was dat meteen weer over: pas na langdurige druk zwichtte het partijbestuur voor het verzoek om op de website van de PvdA-Gouda te verwijzen naar de eigen weblog van Mohammed en twee overige fractieleden. En werd Jellie Gorter in 1998 nog toegejuicht toen zij dankzij voorkeurstemmen voor de achtste keer een raadszetel verwierf - het was de eerste keer dat een kwart van de kiesdeler daartoe volstond - daarna werd het lijstduwerschap niet meer als afscheidscadeau aan een raadslid geschonken.
Om te beklemtonen hoe abstract en onpersoonlijk de politiek is, verkiest de PvdA-Gouda het nu om op plek 3 en 5 twee kandidaten naar voren te schuiven die weliswaar over juridische respectievelijk financiële deskundigheid beschikken, maar die verder geen enkele substantiële ervaring melden in de PvdA-afdeling of in enig ander Gouds bestuur. Na de wethouder van buiten nu ook het raadslid als blind date. Het is de vraag of de kiezer zit te wachten op zulke experimenten met de gekozene.
Anita Engbers is lid van de PvdA-fractie in de gemeenteraad van Gouda.