De PvdA en het volkshuisvestingsdossier
Socialisme & Democratie, nummer 6, 2016
In juni 2012 is de Werkgroep Huurders van de PvdA van start gegaan om te bewerkstelligen dat de belangen van huurders sterker zouden gaan doorklinken in de partijstandpunten. Dat viel nog niet mee, maar na vier jaren van rampspoed voor huurders gloort er eindelijk hoop.
Van meet af aan hebben we ons fel verzet tegen het toenmalige PvdA verkiezingsprogramma en het regeerakkoord. Zo waren we vierkant tegen het voorstel om de liberalisatiegrens te bevriezen omdat het de sociale huursector laat krimpen. Wij zijn als sociaal-democratische huurders juist vóór een brede sociale huursector voor lage- en middeninkomens, met de gemengde wijken.
Ons verzet was tevergeefs. Jacques Monasch kreeg van de fractie ruim baan om de bevriezing voor elkaar te krijgen. Met lede ogen zagen wij toen dat zelfs de professionals in de sociale huursector afhaakten bij de Partij van de Arbeid. De huurders hadden dat in 2013 al gedaan vanwege het Sociaal Woonakkoord. Vastgoed Belang, de brancheorganisatie voor commerciële verhuurders, hing intussen de vlag uit.
Natuurlijk zijn er goede dingen gebeurd. De corporatiesector moet zich weer beperken tot de kerntaak. Verder moeten zij over de prestaties die zij willen leveren afspraken maken met de gemeente én met de huurdersorganisatie. Dat brengt een verdere professionalisering en uitbouw van de huurdersparticipatie teweeg. Maar per saldo is deze regeerperiode een verschrikking geweest voor huurders en ook een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de sociaal-democratie.
Er is een uitverkoop in gang gezet van sociale huurwoningen aan commerciële verhuurders. De huurprijsbescherming en de juridische huurbescherming zijn allebei zwaar aangetast. Dat maakt het voor een volgende, rechtse regering makkelijker om de sociale huursector versneld uit te dunnen en alleen nog maar te reserveren voor de allerarmsten, statushouders, etc.
Huurders, die niet meer in de sociale huursector terecht kunnen, zullen door de flexibilisering van het huren geen uitzicht meer hebben op een stabiele woonsituatie. Bovendien heeft de PvdA toegestaan dat commerciële verhuurders nog steeds de huren fors harder mogen laten stijgen dan inflatie, terwijl de verhouding tussen prijs en kwaliteit er nu al beduidend slechter is dan in de sociale huursector. Sparen voor een eigen woning is er voor veel jongeren niet meer bij.
We zien ‘scheefwonen’ vaak als scheldwoord.Wrang genoeg is het aantal mensen, dat te goedkoop zou wonen, de afgelopen jaren meer afgenomen door baanverlies en inkomensachteruitgang dan door verhuizing. De huurtoeslag biedt lage inkomens onvoldoende compensatie. Een huur van zevenhonderd tot duizend euro is voor middeninkomens veel te hoog.
Het moet écht anders. Gelukkig biedt ons huidige verkiezingsprogramma voldoende perspectief. Woningnood wordt weer vertaald in een bouwopdracht. De betaalbaarheid van het huren willen we opnieuw definiëren met behulp van het Nibud. De gehate verhuurdersheffing gaat weg. De hypotheekrenteaftrek wordt afgetopt op €500.000,- per huishouden; dat drukt ook de huurprijzen (en is goed voor de schatkist).
Woonzekerheid, behoud van gemengde wijken en meer nieuwbouw, huurverlaging en snellere verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. We willen weer ellende wenden. Dat werd tijd.
Anita Engbers
Voorzitter Werkgroep Huurders van de PvdA