AnitaEngbers

Bureau Bakstenen & Buitenruimte (KvK-nr. 60713879)
ondersteuning en advies bij huurdersbelangenbehartiging

Actief lid van de Partij van de Arbeid
en burger van Gouda

Tussen servet en tafellaken

VNG Magazine, nr. 12 2006

Middelgrote gemeenten dansen op de rand van de afgrond. Het rijk houdt deze situatie in stand bij gebrek aan beleid. Het PvdA raadslid Anita Engbers pleit voor verlossende helderheid op het terrein van de ruimtelijke ordening.

Gouda. Historische binnenstad. Prachtig stadhuis. De langste kerk van Nederland met bijzonder mooie glas-in-lood-ramen. Kaas, kaarsen, stroopwafels en aarderwerken pijpen. Zo kent de toerist mijn stad.

Als woordvoerder ruimtelijke ordening kenschets ik Gouda als een middelgrote stad. Iets meer dan zeventigduizend mensen. Nog geen vier bij vijf kilometer groot. De bebouwde kom raakt aan de noord-, oost- en zuidzijde net niet de gemeentegrens. Aan de westzijde is de nieuwbouwwijk Westergouwe gepland.

Meer dan twee decennia is er over deze wijk gesteggeld. Lange tijd zat er, vanwege de ligging in het Groene Hart, een zogenaamd dubbel slot op Gouda: slechts een beperkt aantal nieuwbouwwoningen was toegestaan en dat aantal mocht niet worden neergezet buiten de bestaande bebouwde kom. De gemeente reageerde hierop door dan maar helemaal niet te bouwen en de contingenten op te sparen voor later, als Westergouwe groen licht zou krijgen.

Dit leidde ertoe dat in 1994 de naoorlogse bevolkingsgroei sterk begon te vertragen en er in volgende jaren soms zelfs een daling van het inwoneraantal optrad. De vergrijzing speelde daarbij geen rol: steevast lagen de geboortecijfers hoger dan de sterftecijfers. De bevolkingsgroei stagneerde of daalde omdat er meer mensen uit Gouda wegtrokken dan zich er vestigden. Vooral gezinnen met jonge kinderen weken uit, de mensen die het meest bijdragen aan de economische slagkracht van een stad.

Vanuit Den Haag krijgen we geen hulp. Den Haag vindt het belangrijk om een visie te hebben op de toekomst van het platteland en daar beleid voor te ontwikkelen. Den Haag vindt het ook belangrijk om extra te investeren in een dertigtal grote steden. Maar regering en Tweede Kamer hebben geen enkele visie op de middelgrote steden en ervaren de ontstentenis van beleid niet eens als een verzuim. Jorwerd mag met man en macht proberen om God terug te lokken; zijn vertrek uit Gouda wordt opgemerkt nocht voorkomen.

Een concreet voorbeeld kan verduidelijken hoe deze houding de middelgrote steden naar de rand van de afgrond drijft. In Den Haag leven plannen om voor de 56 aandachtswijken in de 30 grote steden de overdrachtsbelasting voor starters af te schaffen. Fijn voor die wijken maar het verslechtert de relatieve positie van een stad als Gouda: het stimuleert de uittocht van onze bevolking.

Ik pleit ervoor om de middelgrote steden te bevrijden uit het beleidsmatige niemandsland en om voortaan op het terrein van de ruimtelijke ordening terug te keren naar een tweedeling die sinds de middeleeuwen bestaat: stad en platteland. Ik pleit, in lijn hiermee, tot omvorming van het Grote Stedenbeleid in Stedenbeleid.

« Terug naar alle publicaties